Pagina's

woensdag 16 mei 2012

Mailbox en Wasmand

Er is een interessante parallel tussen mijn mailbox en mijn wasmand.
Beide zijn altijd overvol, en mijn inspanningen ze leeg te houden lijken niet samen te hangen met de toestroom van nieuwe items. Ik ben voortdurend out of control.

Om die reden ben ik een tijdje geleden gestopt met proberen bij te zijn met de mail.
Ik scan tegenwoordig. Besteed mijn tijd vooral aan mail versturen. Als ik tijd maak voor mail beantwoorden, selecteer ik eerst op Afzender. Ik beantwoord dan alleen mails van de mensen van wie ik heb onthouden (of opgeschreven) dat ik er nog iets mee moet of wil. Twee keer per jaar gooi ik alles weg, en dan heb ik een paar minuten een lege mailbox.

Ik ben ook gestopt met bij te willen zijn met de was opruimen. Zelfde principe.
Het idee dat de bodem in zicht moet komen, is zinloos. Heb ik wat weggeruimd, is er bovenop alweer een nieuwe stapel bijgekomen. Mijn strategie in de was en de mail is ongeveer hetzelfde. Ik pluk eruit wat we nodig hebben. En soms - als ik tijd en zin heb - maak ik wat meters en ruim in één keer een heleboel op.

Ik schaam mij natuurlijk voor deze praktijken. Ik hou helemaal niet van chaos. Ik vind 't vervelend mensen tekort te doen. En mijn man kan zijn sokken niet vinden. Het knaagt dus stiekem toch.

Jaren terug kreeg ik in een training - ik was deelnemer - een kaartje, zo eentje uit een stapel.
Het was het einde van de training en alle inzichten zouden in het kaartje samen komen, was de onuitgesproken belofte. Ik vond dat een belachelijk en hoogmoedig idee.
Ik trok een blauw kaartje met het woord Vergeving.
Dat woord zei me weinig.
Ik wist zeker dat het kaartje niet over mij ging en niets met mijn leerproces te maken had. Ik wist ook zeker dat dat kaartje nooit iets voor me zou betekenen.

Dat was elf jaar geleden.
Vaak als ik langs de wasmand loop, of het aantal mails in mijn inbox zie, denk ik aan het kaartje.
Maar ook als ik de stapel ongelezen kranten zie liggen, de vergeten verjaardagen op de kalender, de herinnering van de tandarts die al drie maanden op het prikbord hangt, het boek dat ongelezen wacht op mijn nachtkastje: Vergeving.
Als ik de afgekloven appels in mijn auto zie verschrompelen, de niet gepleegde telefoontjes voel trekken, de niet gesporte uren zie oplopen, het gekregen recept nog niet uitgeprobeerd, het langverwachte artikel nog niet geschreven, de trouwste vriendin nog steeds niet teruggebeld ..
Vergeving!

zaterdag 5 mei 2012

Bevrijdingsdag

Vaders slaan de klok deze dagen. Vorige week was ik op een begrafenis waar een 45-jarige zoon afscheid nam van zijn vader met de woorden 'vandaag laat ik mijn vader los'. Gister condoleerde ik een collega wier vader was overleden. Mijn eigen vader dementeert en is bezig betekenis te geven aan zijn laatste fase.
Mijn generatie neemt afscheid van zijn en haar vaders.

Wat betekent het om je vader los te laten?
Ik weet het niet. Voorlopig onderzoek ik vooral hoe hij me heeft beïnvloed, hoe zijn verhaal in mijn verhaal doorklinkt. En wat ik ontdek is:
Vaders van mijn generatie zijn vaak onlosmakelijk verbonden met onze carrières.
Ze hebben model gestaan voor wat ambitie was, waar je goed in moet zijn. Wat belangrijk is in het leven, hoe je je loopbaan vorm geeft. We hebben ze daarin gevolgd, of ons ertegen afgezet, we hebben ons naar ze willen bewijzen. Hoe dan ook hebben zij een norm gezet in het publieke prestatiedomein, meer dan de moeders van onze generatie die veelal thuis waren toen wij opgroeiden.

Ik kwam er zelf pas laat achter hoezeer mijn vader mijn ambities altijd heeft gekleurd. Lange tijd heb ik bijvoorbeeld gedacht dat ik een betameisje was. Ik was goed in wiskunde en daarom vond ik het ook leuk. Dacht ik. Het duurde een hele tijd voor ik ontdekte dat ik zelf andere dingen veel leuker vond. En ook beter kon. Het duurde nog langer voordat ik mezelf daarin durfde te volgen.
Een aantal momenten met mijn vader hadden daarin betekenis.

Eén zo'n moment was op Bevrijdingsdag zestien jaar geleden. De zon scheen en ik had mijn vader aan de telefoon. Hij vroeg waarom ik niet buiten was. Ik was druk met één of ander project, zat vol plichtsbesef binnen op mijn computertje te tikken.
''Ach meisje, het is vandaag Bevrijdingsdag, is het niet tijd dat jij jezelf nu ook eens bevrijdt?''
Dat te horen uit de mond van mijn vader raakte iets. De ultieme relativering van een norm waarvan ik niet eens wist dat hij verbonden was aan hem. De stem die altijd het 'heilige moeten' in mij vertegenwoordigde, zond nu ineens een heel andere boodschap uit. Was het denkbaar dat ik iets anders deed dan mijn afspraak in het project op tijd nakomen? Zou ik mogen genieten, of nog erger, zelfs lui kunnen zijn op deze dag?
Ik begon te begrijpen dat mijn vader niet alleen die hardwerkende, gedreven man was, maar ook een intens luie dagdromer kon zijn die veel tijd voor zichzelf nodig had. En dat ik daarin op hem leek. Hoe menselijk van ons allebei!
Door zijn opmerking begon het beeld dat ik van mijn vader had, te kantelen. Daarmee kreeg ik nieuwe toestemming het op mijn manier te doen. Ik zat ineens zelf meer aan de knoppen. Ik had een keuze.

Sindsdien is Bevrijdingsdag voor mij de dag waarop ik een klein stukje vader losliet.